Duitse Oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn.
Deze begraafplaats is de laatste rustplaats van oorlogsdoden uit beide wereldoorlogen.
Op 10 mei 1940 valt Nazi-Duitsland Nederland binnen. Na vijf jaar bezetting en maanden van gevechten wordt het land bevrijd door de geallieerden. Gevechtshandelingen zoals Operation Market Garden, de Slag om Overloon en de Slag om de Schelde eisen vele doden, gewonden en vermisten.
In 1946 legt de Nederlandse Gravendienst op deze plek een 28 hectare grote begraafplaats aan. Er zijn hier zo’n 32.000 personen begraven, voornamelijk Wehrmachtsoldaten, leden van de SS, burgers en 87 Duitse oorlogsdoden uit de Eerste Wereldoorlog. Naast personen met de Duitse nationaliteit liggen er ook personen van andere afkomst. Onder deze doden zo’n 550 Nederlandse collaborateurs.
De meeste doden die in Ysselsteyn rusten zijn soldaten die in het kader van hun oorlogsinzet om het leven zijn gekomen. Volgens huidig onderzoek bevinden zich op deze plek ongeveer 2.000 tot 3.000 graven van personen die actief betrokken waren bij oorlogsmisdaden en de systematische vervolging van en moord op 102.000 joden, voornamelijk van Nederlandse afkomst, en Sinti en Roma. Diverse personen waren ook verantwoordelijk voor de vervolging van en moord op verzetsstrijders, dwangarbeiders, krijgsgevangenen en burgers. Hun misdaden vormen voor ons een constante waarschuwing en een les voor het heden en de toekomst.
In 1976 draagt de Nederlandse regering de Oorlogsbegraafplaats over aan de Bondsrepubliek Duitsland, namens welke de “Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge” het terrein onderhoudt en beheert. Samen met een bezoekerscentrum en educatieve groepsaccomodatie vormt de Oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn een internationale historische leerplek ter bevordering van wederzijds begrip en vrede.